2 Koningen 13:23
Statenvertaling
Doch de HEERE was hun genadig, en ontfermde Zich hunner, en wendde Zich tot hen, om Zijns verbonds wil met Abraham, Izak en Jakob; en Hij wilde hen niet verderven, en heeft hen niet verworpen van Zijn aangezicht, tot nu toe.
Herziene Statenvertaling*
Maar de HEERE was hun genadig. Hij ontfermde Zich over hen en keerde Zich tot hen, omwille van Zijn verbond met Abraham, Izak en Jakob. Hij wilde hen niet te gronde richten en heeft hen niet verworpen van voor Zijn aangezicht, tot nu toe.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Maar de Here was hun genadig, erbarmde Zich over hen, en keerde Zich weer tot hen ter wille van zijn verbond met Abraham, Isaak en Jakob; Hij wilde hen niet verdelgen en had hen nog niet van voor zijn aangezicht verworpen.
King James Version + Strongnumbers
And the LORD H3068 was gracious H2603 unto them, and had compassion on H7355 them, and had respect H6437 unto H413 them, because H4616 of his covenant H1285 with H854 Abraham, H85 Isaac, H3327 and Jacob, H3290 and would H14 not H3808 destroy H7843 them, neither H3808 cast H7993 he them from H4480 - H5921 his presence H6440 as H5704 yet. H6258
Updated King James Version
And the LORD was gracious unto them, and had compassion on them, and had respect unto them, because of his covenant with Abraham, Isaac, and Jacob, and would not destroy them, neither cast he them from his presence as yet.
Gerelateerde verzen
Lukas 1:54 - Lukas 1:55 | Klaagliederen 3:32 | Richteren 10:16 | Psalmen 105:8 | Jeremía 12:15 | Micha 7:18 - Micha 7:20 | 1 Koningen 8:28 | Éxodus 33:19 | Leviticus 26:42 | 2 Koningen 14:27 | Lukas 1:72 - Lukas 1:73 | Matthéüs 25:41 | Jesaja 30:18 - Jesaja 30:19 | Éxodus 32:13 - Éxodus 32:14 | Genesis 17:7 - Genesis 17:8 | Éxodus 3:6 - Éxodus 3:7 | 2 Thessalonicenzen 1:9 | Éxodus 2:24 - Éxodus 2:25 | Psalmen 51:11 | Genesis 6:3 | Genesis 17:2 - Genesis 17:5 | Psalmen 86:15 | Deuteronomium 32:36 | Éxodus 34:6 - Éxodus 34:7 | 2 Koningen 24:20 | Genesis 13:16 - Genesis 13:17 | 2 Koningen 17:18 | Nehémia 9:31 - Nehémia 9:32